Reglement Ondernemingsraad SMK

Reglement Ondernemingsraad SMK

23 februari 1999/FSL [Update 1 mei 2023]

REGLEMENT ONDERNEMINGSRAAD STICHTING MUZIEKSCHOOL KERKRADE  

De ondernemingsraad van de Stichting Muziekschool Kerkrade, 

Overwegende: dat door de ondernemer in zijn vergadering van 27 januari 1998 het Voorlopige Reglement Ondernemingsraad Stichting Muziekschool Kerkrade is vastgesteld, zulks ingevolge het bepaalde in artikel 48 en artikel 35a van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) en het bepaalde in de CAO Kunstzinnige Vorming; 

dat ingevolge het bepaalde in artikel 8 lid 1 van de WOR de ondernemingsraad een reglement dient te maken; 

dat d.d. 20 november 1998 door de ondernemingsraad aan de ondernemer een aantal wijzigingsvoorstellen zijn voorgelegd met betrekking tot het voorlopige reglement;  

dat de ondernemer bij brief van 24 februari 1999 heeft gereageerd op de bedoelde wijzigingsvoorstellen; 

dat de ondernemingsraad instemt met de bedoelde reactie, 

 heeft het volgende reglement vastgesteld. 

 

Hoofdstuk I: Begripsbepalingen 

Artikel 1 

  1. Dit reglement verstaat onder:
  • Wet: de Wet op de ondernemingsraden; 
  • Ondernemer: de Stichting Muziekschool Kerkrade, gevestigd te Kerkrade, vertegenwoordigd door haar bestuur; 
  • Onderneming: de Stichting Muziekschool Kerkrade; 
  • Commissie: een door de ondernemingsraad ingestelde commissie; 
  • Werknemer: degene die een arbeidsovereenkomst met de ondernemer heeft gesloten alsmede degene die op andere basis regelmatig in de onderneming arbeid verricht en door de ondernemer en de ondernemingsraad gezamenlijk hiermee wordt gelijkgesteld; 
  • Bedrijfscommissie: de Algemene Bedrijfscommissie; en 
  • Werknemersorganisaties: de verenigingen van werknemers bedoeld in artikel 9 lid 2 sub a van de wet; 
  1. Overal waarin in dit reglement m.b.t. personen of functionarissen “hij”, “hem” of “zijn” voorkomt, wordt daaronder eveneens “zij”, “haar” of “haar” verstaan.

 

Hoofdstuk II: Samenstelling en zittingsduur 

Artikel 2 

  1.  De ondernemingsraad bestaat uit vijf (5) leden.
  2. De ondernemingsraad kiest uit zijn midden een voorzitter en een secretaris. Zij vormen het dagelijks bestuur van de ondernemingsraad. Het dagelijks bestuur vertegenwoordigt de ondernemingsraad buiten de vergaderingen inzake lopende of snel te behandelen zaken. Het dagelijks bestuur is niet gerechtigd uitspraken te doen of beslissingen te nemen buiten de goedkeuring van de ondernemingsraad. Alle verworven informatie ten behoeve van de ondernemingsraad dient het dagelijks bestuur mede te delen aan de ondernemingsraad.
  3. De voorzitter, of bij diens verhindering de plaatsvervangend voorzitter, vertegenwoordigt de ondernemingsraad in rechte.

Artikel 3 

  1. De leden van de ondernemingsraad treden om de vier (4) jaren tegelijk af.
  2. De aftredende leden zijn terstond herkiesbaar.

 

Hoofdstuk III: Verkiezingen, actief en passief kiesrecht, kandidaatstelling  

Artikel 4 

  1. De organisatie van de verkiezingen van de leden van de ondernemingsraad geschiedt onder verantwoordelijkheid van de ondernemingsraad.
  2. De ondernemingsraad stelt een stembureau in.
  3. Het stembureau is belast met de organisatie en coördinatie van de verkiezingen van de ondernemingsraad.
  4. Het stembureau bestaat uit drie (3) leden, die worden benoemd en ontslagen door de ondernemingsraad.
  5. De ondernemingsraad kan drie (3) plaatsvervangende leden benoemen.
  6. De ondernemingsraad wijst de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de secretaris aan.

Artikel 5 

  1. Kiesgerechtigd zijn de personen die in de onderneming op de dag van de vaststelling van het register van kiesgerechtigden (de peildatum) werkzaam zijn.
  2. Verkiesbaar tot lid van de ondernemingsraad zijn:
    docerend personeel: personen die gedurende ten minste een half jaar voor de peildatum voor meer dan vijf (5) lesgebonden uren in de onderneming werkzaam zijn, en  ondersteunend personeel: personen die gedurende ten minste een half jaar voor de peildatum voor meer dan een derde van de normale werktijd in de onderneming werkzaam zijn. 

Artikel 6 

  1. Voor de verkiezing van de ondernemingsraad is het bepaalde in het door de ondernemingsraad vastgestelde kiesreglement van toepassing.
  2. Het kiesreglement bedoeld in lid 1 bevat in elk geval:
  3. de taken, bevoegdheden en werkwijze van het stembureau;
  4. de kiezersregistratie;
  5. de kandidaatstelling;
  6. de wijze van stemming;
  7. de uitslagbepaling;
  8. de voorziening in een vacature.
  9. Het kiesreglement wordt vastgesteld met inachtneming van de Wet op de ondernemingsraden en dit reglement.

Artikel 7 

  1. De zittende ondernemingsraad bevordert, zoveel als in zijn vermogen ligt, dat personeelsleden uit alle geledingen op de kandidatenlijsten voorkomen.
  2. Indien er niet meer kandidaten zijn gesteld dan er plaatsen zijn te vervullen in de ondernemingsraad, vinden geen verkiezingen plaats en worden de gestelde kandidaten geacht te zijn gekozen.


Hoofdstuk IV: Wijze van stemmen bij verkiezingen
  

Artikel 8 

  1. De verkiezing geschiedt bij geheime schriftelijke stemming.
  2. Iedere kiesgerechtigde kan voor ten hoogste twee (2) andere kiesgerechtigden een stembiljet invullen, mits hij door deze personen daartoe schriftelijk is gemachtigd.
  3. Het indienen van kandidatenlijsten en het inzenden van het stembiljet kan per brief geschieden, volgens in het kiesreglement te stellen regels.

 

Hoofdstuk V: Kiesstelsel 

Artikel 9 

Met betrekking tot het uitbrengen van stemmen en het toekennen van zetels is het personenstelsel van toepassing.

 

Artikel 10

Iedere kiesgerechtigde brengt vijf (5) stemmen uit, met dien verstande dat hij op iedere kandidaat slechts één stem kan uitbrengen. 

 Artikel 11 

  1. Gekozen zijn de kandidaten die achtereenvolgens het hoogste aantal stemmen op zich hebben verenigd. Indien voor de laatste te bezetten zetel(s) meerdere kandidaten zijn die een gelijk aantal stemmen op zich hebben verenigd, beslist tussen hen het lot.
  2. De uitslag van de verkiezingen wordt door het stembureau vastgesteld en door de ondernemingsraad volledig bekend gemaakt aan de ondernemer, aan de in de onderneming werkzame personen, en aan de werknemersorganisaties die de kandidatenlijsten hebben ingediend.

Artikel 12 

De gebruikte stembiljetten worden door de secretaris van het stembureau in een of meer gesloten enveloppen ten minste drie maanden bewaard en daarna vernietigd. 

 

Hoofdstuk VI: Voorziening in tussentijdse vacatures 

Artikel 13 

  1. In geval van een tussentijdse vacature in de ondernemingsraad wijst het stembureau tot opvolger van het betrokken lid aan de kandidaat die blijkens de uitslag van de laatstgehouden verkiezing daarvoor als eerste in aanmerking komt.
  2. Indien er geen opvolger als bedoeld in het eerste lid aanwezig is, kan in de vacature worden voorzien mits daartegen van de zijde van de kiesgerechtigden geen bezwaar bestaat. In het geval dat het aantal leden van de ondernemingsraad door de vacature minder dan drie (3) is geworden, wordt in alle vacatures voorzien door het houden van een tussentijdse verkiezing, tenzij binnen vier (4) maanden een algemene verkiezing plaatsvindt.

Hoofdstuk VII: Bezwarenregeling 

Artikel 14 

  1. Tegen een besluit van de ondernemingsraad of het stembureau met betrekking tot:a. de bepaling van de datum van de verkiezingen en de tijdstippen van het begin en einde van de stemming,
    b. de opstelling van de lijst van kiesgerechtigde en verkiesbare personen,
    c.
     de vaststelling van het aantal handtekeningen dat nodig is voor de indiening van een kandidatenlijst door degenen die geen lid zijn van een werknemersorganisatie welke een kandidatenlijst heeft ingediend,
    d. de geldigheid van een kandidatenlijst,
    e. de vaststelling van de uitslag van de verkiezing,
    f. de voorziening in een tussentijdse vacature, kan iedere belanghebbende binnen een (1) week na de bekendmaking van het besluit bezwaar maken bij de ondernemingsraad. 
  2. De ondernemingsraad beslist onverwijld op het bezwaar en treft daarbij zo nodig de noodzakelijke voorzieningen.


Hoofdstuk VIII: Werkwijze en secretariaat
 

 Artikel 15  

  1. De ondernemingsraad komt in vergadering bijeen in de navolgende gevallen:
    a. 
    op verzoek van de voorzitter,
    b. op gemotiveerd verzoek van ten minste twee leden.
  2. De voorzitter bepaalt tijd en plaats van de vergadering. Een vergadering op verzoek van leden van de ondernemingsraad wordt gehouden binnen veertien dagen nadat hun verzoek daartoe bij de voorzitter is ingekomen.
  3. De bijeenroeping geschiedt door de secretaris, door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de leden. De bijeenroeping geschiedt ten minste zeven (7) dagen voor de te houden vergadering, behoudens in spoedeisende gevallen.
  4. Een vergadering kan slechts plaatsvinden indien de meerderheid van de ondernemingsraad aanwezig is, dat wil zeggen de helft plus één.
  5. Bij ontstentenis van de voorzitter en van diens plaatsvervanger kiest de ondernemingsraad uit de aanwezige leden een voorzitter voor de vergadering.

Artikel 16 

De secretaris van de ondernemingsraad is belast met het bijeenroepen van de ondernemingsraad, het opmaken van de agenda, het opstellen van het verslag van de vergadering, alsmede met het voeren van de briefwisseling en het beheren van de voor de ondernemingsraad bestemde en van de ondernemingsraad uitgaande stukken. 

 

Artikel 17 

  1. De secretaris maakt in overleg met de voorzitter voor iedere vergadering een agenda op. Ieder lid van de ondernemingsraad kan bij de secretaris een voorstel indienen voor plaatsing van een onderwerp op de agenda.
  2. De secretaris maakt de agenda bekend aan de leden van de ondernemingsraad, aan de ondernemer en aan de in de onderneming werkzame personen. Behoudens in spoedeisende gevallen geschiedt de bekendmaking ten minste zeven dagen voor de vergadering van de ondernemingsraad.

 

Artikel 18 

  1. De ondernemingsraad beslist bij gewone meerderheid van stemmen. Ter bepaling of aan dit voorschrift wordt voldaan tellen de blanco stemmen niet mee.
  2. Over zaken wordt mondeling en over personen wordt schriftelijk gestemd.
  3. Indien bij een besluit met betrekking tot de benoeming van een persoon geen van de kandidaten bij de eerste stemming de gewone meerderheid haalt, vindt herstemming plaats tussen de twee (2) kandidaten die bij de eerste stemming de meeste stemmen kregen. Bij deze herstemming is diegene gekozen, die alsdan de meeste stemmen op zich heeft verenigd. Indien de stemmen staken beslist het lot.
  4. Bij staking van stemmen over een voorstel tot een door de ondernemingsraad te nemen besluit dat geen betrekking heeft op een te benoemen persoon, wordt dit voorstel op de eerstvolgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Indien dan wederom de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

 

Artikel 19 

  1. Van iedere vergadering van de ondernemingsraad worden notulen gemaakt. De secretaris zendt deze voor de eerstvolgende vergadering aan de leden. In die vergadering worden de notulen aan de ondernemingsraad ter goedkeuring en vaststelling voorgelegd. Binnen vijftien (15) dagen na vaststelling worden de notulen kenbaar gemaakt aan de werknemers en de ondernemer. De aan de werknemers kenbaar te maken notulen bevatten geen gegevens waaromtrent geheimhouding moet worden betracht ingevolge het bepaalde in artikel 20 WOR.
  2. De secretaris maakt van iedere vergadering een kort bericht. Hij laat dit zo spoedig mogelijk, uiterlijk binnen vijftien (15) dagen, na goedkeuring door de voorzitter, bekend maken aan de ondernemer en aan de werknemers.

 

Artikel 20 

  1. De secretaris maakt jaarlijks voor april een verslag op van de werkzaamheden van de ondernemingsraad en van de commissies van de raad in het afgelopen jaar. Dit verslag behoeft de goedkeuring van de raad.
  2. De secretaris maakt het jaarverslag zo spoedig mogelijk na de goedkeuring bekend aan de ondernemer en aan de in de onderneming werkzame personen, alsmede aan het bevoegde districtshoofd van de Arbeidsinspectie en de bedrijfscommissie.

 

 

Hoofdstuk IX: Slotbepaling 

Artikel 21 

  1. Bij inwerkingtreding van dit reglement vervalt het in de considerans genoemde voorlopige reglement. 
  1. Dit reglement wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang van 1 januari 1999.

Aldus vastgesteld door de ondernemingsraad in zijn vergadering van 31 maart 1999 [Update 1 mei 2023].