Kiesregelement

Kiesreglement Ondernemingsraad

23 februari 1999/FSL [Update 15 oktober 2024]

KIESREGLEMENT ONDERNEMINGSRAAD SMK muziek & dans
(voorheen STICHTING MUZIEKSCHOOL KERKRADE)

 

De ondernemingsraad van de SMK muziek & dans, overwegende:

 

  dat door de ondernemer in zijn vergadering van 27 januari 1998 het Voorlopig Kiesreglement Ondernemingsraad SMK muziek & dans is vastgesteld, zulks ingevolge het bepaalde in artikel 48 en artikel 35a van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) en het bepaalde in de CAO ke [Kunsteducatie];

  dat ingevolge het bepaalde in artikel 8 lid 1 van de WOR in verbinding met het bepaalde in artikel 6 van het Reglement Ondernemingsraad SMK muziek & dans de ondernemingsraad een reglement dient te maken;

 

  dat d.d. 20 november 1998 door de ondernemingsraad aan de ondernemer een aantal wijzigingsvoorstellen zijn voorgelegd met betrekking tot het voorlopig kiesreglement;

 

  dat de ondernemer bij brief van 24 februari 1999 heeft gereageerd op de bedoelde wijzigingsvoorstellen;

 

  dat de ondernemingsraad instemt met de bedoelde reactie,

 

heeft het volgende reglement vastgesteld.

 

 

Hoofdstuk I: algemene bepalingen

Artikel 1

  1. Dit reglement verstaat onder:

Wet:                                                  de Wet op de ondernemingsraden;

Ondernemer:                                    de SMK muziek & dans, gevestigd te Kerkrade, vertegenwoordigd door haar bestuur

Onderneming:                                  de SMK muziek & dans;

Werknemer:                                      degene die een arbeidsovereenkomst met de ondernemer heeft gesloten alsmede degene die opandere basis regelmatig in de onderneming arbeid verricht en door de ondernemer en deondernemingsraad gezamenlijk hiermee wordt gelijkgesteld;

Hoofdvestiging:                                de SMK muziek & dans gevestigd in de gemeente Kerkrade;

Dependances:                                  de onderdelen van de SMK muziek & dans niet behorend tot de hoofdvestiging;

Kiesgerechtigde:                              degene die in de onderneming op de dag van de vaststelling van het kiezersregister (de peildatum) als werknemer werkzaam is;

Kiezersregister:                                de verzameling van kiesgerechtigden;

Verkiesbaar:                                     docerend personeel: personen die tenminste een half jaar vóór de peildatum als werknemer in de onderneming werkzaam zijn voor meer dan vijf (5) les-gebonden uren, en ondersteunend personeel: personen die ten minste een half jaar vóór de peildatum als werknemer in de onderneming werkzaam is voor meer dan een derde van de normale arbeidstijd; en

Werknemersorganisaties:                de verenigingen van werknemers bedoeld in artikel 9 lid 2 sub a van de wet.

 

  1. Overal waar in dit reglement m.b.t. personen of functionarissen “hij”, “hem” of “zijn” voorkomt, wordt daaronder eveneens “zij”, “haar” of “haar” verstaan.

Artikel 2

De verkiezing van de leden van de ondernemingsraad geschiedt onder verantwoordelijkheid van de ondernemingsraad op grondslag van het personenstelsel.

Artikel 3

  1. De leden van de ondernemingsraad worden bij geheime, stemming gekozen op een door de ondernemingsraad te bepalen tijdstip.
  2. De Algemene Termijnen Wet (bijlage 1) is van toepassing.

Artikel 4

  1. De ondernemingsraad stelt een stembureau in.
  2. Het stembureau is belast met de organisatie en coördinatie van de verkiezingen van de ondernemingsraad.
  3. Het stembureau bestaat uit drie leden. De leden worden benoemd en ontslagen door de ondernemingsraad. De ondernemingsraad kan drie plaatsvervangende leden van het stembureau benoemen en ontslaan.
  4. De ondernemingsraad wijst de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de secretaris aan.

Artikel 5

Degene die door een beslissing van het stembureau rechtstreeks in zijn belang is getroffen, kan daartegen bij de ondernemingsraad een bezwaarschrift indienen.

 

 

Hoofdstuk II: het stembureau

Artikel 6

Het lidmaatschap en het plaatsvervangend lidmaatschap van het stembureau is onverenigbaar met het kandidaat-lidmaatschap van de ondernemingsraad.

 

Artikel 7

Het stembureau heeft in ieder geval tot taak:

  1. Het vaststellen van het kiezersregister op basis van de door of namens de ondernemer verstrekte gegevens;
  2. Het beslissen over verzoeken tot verbetering van het kiezersregister;
  3. Het beslissen over de geldigheid van de kandidaatstelling;
  4. Het treffen van alle voorzieningen om een ordelijk verloop van de verkiezingen te verzekeren;
  5. Het bevorderen van de deelname aan de verkiezingen;
  6. Het vaststellen van de uitslag der verkiezingen;
  7. Het voorzien in vacatures in de ondernemingsraad;
  8. Het uitbrengen van een eindverslag over de organisatie en het verloop van de verkiezingen aan de ondernemingsraad.

 

Artikel 8

  1. Het stembureau bevindt zich in de hoofdvestiging.
  2. Het stembureau beslist bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, beslist de voorzitter.

 

Artikel 9

Het stembureau brengt uiterlijk dertien (13) weken voor de verkiezingsperiode het tijdpad van de te volgen procedures in een schema ter openbare kennis.

 

Hoofdstuk III: kiezersregistratie

Artikel 10

  1. Het stembureau draagt er zorg voor dat het kiezersregister wordt opgemaakt. Als referentiedatum voor de registratie van kiesgerechtigden geldt de datum waarop de kandidaatstelling sluit.
  2. Van elke kiesgerechtigde worden in het kiezersregister vermeld de geslachtsnaam, bedoeld in artikel 5 van het eerste boek van het burgerlijk wetboek, de voorletters dan wel voornamen, de woonplaats en het adres.
  3. Alle mutaties ten aanzien van de kiesgerechtigden welke wijziging van het kiezersregister tot gevolg hebben, worden door of namens de ondernemer onmiddellijk na het bekend worden daarvan aan het stembureau medegedeeld, en in het kiezersregister verwerkt.

 

Artikel 11

  1. Na de opstelling van het kiezersregister brengt het stembureau ter openbare kennis dat, vanaf een door het stembureau te bepalen datum en op een door het stembureau te bepalen plaats, een exemplaar van het kiezersregister ter inzage ligt.
  2. De ter inzagelegging bedoeld in het vorige lid geschiedt met dien verstande, dat een ingeschrevene in het kiezersregister uitsluitend gerechtigd is om de gegevens in te zien, die over hem in dat register zijn opgenomen.
  3. Door het stembureau wordt het kiezersregister gecontroleerd op de accurate doorvoering van recent ontslagen werknemers.

Artikel 12

Iedere belanghebbende kan binnen zeven (7) dagen na de in het vorige artikel bedoelde datum schriftelijk aan het stembureau verbetering van het kiezersregister vragen, indien hij van mening is dat hij in strijd met de wet of met dit reglement daarin niet, of niet behoorlijk is opgenomen.

 

Artikel 13

  1. Het stembureau beslist op het verzoek om verbetering bij een met redenen omkleed besluit, uiterlijk op een door het stembureau te bepalen en vooraf bekend te maken dag, en wijzigt zo nodig het kiezersregister. Daarmee is het kiezersregister vastgesteld, onverminderd het bepaalde in artikel 14.
  2. Het stembureau doet onverwijld een afschrift van het besluit toekomen aan degene die het verzoek om verbetering heeft ingediend. Het stembureau deelt in het besluit de termijn mede, waarbinnen door of namens belanghebbende bezwaar gemaakt kan worden.

 

Artikel 14

  1. Het stembureau doet onverwijld een afschrift van het in artikel 13 bedoelde besluit ter inzage leggen op de inzageplaatsen, bedoeld in artikel 11.
  2. Degene die het besluit bedoeld in artikel 13 lid 1 betreft, kan binnen zeven (7) dagen tegen het bedoelde besluit bezwaar aantekenen bij de ondernemingsraad, door het indienen van een bezwaarschrift. De ondernemingsraad stelt het stembureau onmiddellijk na ontvangst van het bezwaarschrift daarvan in kennis.
  3. De ondernemingsraad beslist binnen zeven (7) dagen na het verstrijken van de termijn, bedoeld in het tweede lid, en stelt degene die het bezwaarschrift heeft ingediend, in kennis van de met redenen omklede beslissing die de ondernemingsraad heeft genomen op het bezwaarschrift.
  4. Een afschrift van de beslissing, bedoeld in het vorige lid, wordt door het stembureau ter inzage gelegd op de in artikel 11 bedoelde inzageplaatsen.
  5. Het bezwaarschrift, bedoeld in het tweede lid, omvat in elk geval:
    1. een opgave van de naam, de voornaam of de voorletter(s) en het adres van de indiener van het bezwaarschrift;
    2. een mededeling van de vordering en de gronden waarop deze berust.

 

Hoofdstuk IV: kandidaatstelling

Artikel 15

  1. Tenminste vier (4) weken voor de kandidaatstelling stelt het stembureau de dagen en plaats(en) der kandidaatstelling vast.
  2. De dagen en plaats(en) der kandidaatstelling worden terstond door het stembureau ter openbare kennis gebracht.
  3. De kandidaatstelling geschiedt op kandidatenlijsten, waarvan de vorm en inrichting door het stembureau worden vastgesteld.

Artikel 16

  1. Op de dagen der kandidaatstelling kunnen bij het stembureau kandidatenlijsten worden ingeleverd.
  2. Kandidatenlijsten kunnen met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de wet worden ingediend door:
  3. werknemersorganisaties; en
  4. werknemers die geen lid zijn van een werknemersorganisatie welke een kandidatenlijst heeft ingediend.

 

Artikel 17

  1. Indien een kandidatenlijst wordt ingediend door een werknemersorganisatie, wordt door de bedoelde werknemersorganisatie tevens aangegeven hoeveel leden zij telt onder de werknemers.
  2. Een kandidatenlijst, die wordt ingediend door kiesgerechtigde werknemers die geen lid zijn van een werknemersorganisatie of lid zijn van een werknemersorganisatie die geen kandidatenlijst heeft ingediend, moet ondertekend zijn door 1/3 van bedoelde groep, echter met dien verstande, dat voor het indienen van die kandidatenlijst met 10 handtekeningen kan worden volstaan.
  3. Indien een kandidatenlijst meer dan één naam bevat, worden de namen van deze kandidaten op een lijst geplaatst in de volgorde waarin de ondertekenaars aan hen de voorkeur geven.
  4. De kandidatenlijst mag bevatten de naam of aanduiding van een groepering. In dat geval wordt deze naam of aanduiding op de verzamellijst als bedoeld in artikel 30 achter de naam van de kandidaat vermeld.
  5. De naam van eenzelfde kandidaat mag niet voorkomen op meer dan één kandidatenlijst.
  6. Een werknemer mag meer dan één kandidatenlijst ondertekenen.
  7. Een werknemer die lid is van een werknemersorganisatie die een kandidatenlijst heeft, mag geen kandidatenlijst bedoeld in artikel 16 lid 2 onder b ondertekenen.
  8. Een kandidatenlijst mag niet worden ondertekend door daarop voorkomende kandidaten.

Artikel 18

Verkiesbaar tot lid van de ondernemingsraad zijn de werknemers die gedurende tenminste een half jaar voor de dag van de vaststelling van het kiezersregister als werknemer in de onderneming werkzaam, zoals nader gedefinieerd in artikel 1 (voor meer dan vijf (5) lesgebonden uren respectievelijk voor meer dan een derde van de normale arbeidstijd).

Artikel 19

  1. Een kandidaat wordt op de kandidatenlijst vermeld met de geslachtsnaam, bedoeld in artikel 5 van het eerste boek van het burgerlijk wetboek, de voorletters, jaar en datum van geboorte, geslacht, alsmede woonplaats en adres. De voorletters mogen geheel of ten dele door de voornamen worden vervangen.
  2. Van kandidaten worden tevens de standplaats en de functie vermeld.
  3. Nadere aanduidingen van de naam, mits op de gebruikelijke manier afgekort, en afkortingen van wettelijke titels, mogen ook worden vermeld.
  4. De naam of aanduiding van een groepering mag niet meer dan 20 letters met inbegrip van spaties en lettertekens bevatten.
  5. De naam of aanduiding van een groepering mag niet kwetsend of discriminerend voor derden zijn.
  6. Het stembureau is bevoegd om de van de kandidaten verkregen gegevens ter kennis te (doen) brengen van de kiesgerechtigde werknemers.

Artikel 20

Bij de kandidatenlijst als bedoeld in artikel 16 lid 2 onder b wordt een schriftelijke verklaring overgelegd van iedere daarop voorkomende kandidaat, dat hij bewilligt in zijn kandidaatstelling op de lijst. De bewilliging kan niet worden ingetrokken, behoudens het gestelde in artikel 25, derde lid.

 

Artikel 21

  1. De inlevering der kandidatenlijst geschiedt door een werknemersorganisatie dan wel door een kiesgerechtigde werknemer bij het stembureau. Deze kiesgerechtigde dient zich desgevraagd te legitimeren.
  2. Het stembureau stelt een bewijs van ontvangst met vermelding van dag en tijdstip ter hand aan de werknemersorganisatie dan wel de kiesgerechtigde werknemer als bedoeld in het vorige lid.

Artikel 22

  1. Onverminderd het in de voorgaande artikelen gestelde inzake het indienen van kandidatenlijsten is het tevens mogelijk dat de kandidatenlijst met bijbehorende stukken per aangetekende brief aan het stembureau wordt gezonden.
  2. Het stembureau vermeldt in de in artikel 16 bedoelde openbare kennisgeving wanneer de in het vorige lid bedoelde kandidaatsstelling uiterlijk in zijn bezit dient te zijn.
  3. Het bepaalde in artikel 21, 24 onder f en 25 lid 1 is op de in dit artikel bedoelde kandidaatsstelling niet van toepassing.

Artikel 23

Zo spoedig mogelijk na het verstrijken van de tijd, waarbinnen de kandidatenlijsten kunnen worden ingeleverd, houdt het stembureau zitting tot het onderzoek van de kandidatenlijsten.

Artikel 24

Indien bij het onderzoek een of meer van de volgende verzuimen worden geconstateerd, geeft het stembureau zo spoedig mogelijk bij aangetekende brief of gedagtekend ontvangstbewijs daarvan kennis aan degene die de kandidatenlijst heeft ingeleverd. De verzuimen zijn:

  1. dat de kandidatenlijst niet voldoet aan het gestelde in artikel 15, derde lid;
  2. dat de kandidatenlijst niet is ondertekend door het vereiste aantal kiesgerechtigde werknemers, zoals vermeld in artikel 17;
  3. dat een kandidaat niet behoort tot de werknemers;
  4. dat een kandidaat niet is vermeld op de wijze als aangegeven in artikel 19;
  5. dat van een kandidaat de bewilligingverklaring als bedoeld in artikel 20 ontbreekt;
  6. dat de kandidatenlijst niet is ingeleverd op de wijze zoals vermeld in artikel 21;
  7. dat de naam of aanduiding van de groepering meer dan 20 letters, met inbegrip van spaties en lettertekens bevat;
  8. dat de naam of aanduiding van de groepering kwetsend of discriminerend voor derden is;
  9. dat een kandidaat op meer dan één kandidatenlijst voorkomt;
  10. dat de kandidatenlijst is ondertekend door een kiesgerechtigde die niet behoort tot de werknemers;
  11. dat de kandidatenlijst ondertekend is door een daarop voorkomende kandidaat.

 

Artikel 25

  1. In het geval van artikel 24 sub f, kan binnen een door het stembureau te bepalen en vooraf bekend te maken periode een kiesgerechtigde zich door persoonlijke verschijning bij het stembureau alsnog in de plaats stellen van de persoon die de lijst heeft ingeleverd; hij wordt alsdan geacht de kandidatenlijst persoonlijk te hebben ingeleverd.
  2. In het geval van artikel 24, sub a, b, c, d, g en h kan binnen de in het eerste lid bedoelde periode degene die de kandidatenlijst heeft ingeleverd, het verzuim of de verzuimen herstellen bij het stembureau. Indien in het geval sub g het verzuim niet wordt hersteld, beperkt het stembureau de naam of aanduiding tot de eerste 20 letters.
  3. In het geval van artikel 24, sub e, i, j of k, geeft het stembureau de desbetreffende persoon binnen de in het eerste lid bedoelde periode de gelegenheid een bewilligingverklaring in te dienen dan wel zijn kandidatuur dan wel zijn ondertekening van een of meer lijsten in te trekken. Wanneer deze geen keuze maakt of wenst te maken, wordt in het geval sub i de kandidatuur van deze kiesgerechtigde op de desbetreffende lijsten geacht ongeldig te zijn en wordt in het geval sub j en k de betwiste ondertekening geschrapt.

Artikel 26

  1. Binnen twee (2) dagen na het verstrijken van de in artikel 25, eerste lid, bedoelde periode beslist het stembureau in een openbare zitting over de geldigheid van de kandidatenlijsten en over de handhaving van de daarop voorkomende kandidaten.
  2. Het stembureau brengt dag, uur en plaats der zitting tenminste een (1) week van tevoren ter openbare kennis.

Artikel 27

Het stembureau schrapt van de kandidatenlijst de kandidaat:

  1. die niet voldoet aan het gestelde in artikel 18;
  2. die niet is vermeld op de wijze als aangegeven in artikel 19;
  3. van wie de bewilligingverklaring als bedoeld in artikel 20 ontbreekt;
  4. waarvan de kandidaatstelling door toepassing van artikel 25, derde lid, niet geldig is te achten.

Artikel 28

Ongeldig is de kandidatenlijst:

  1. die niet op een van de dagen der kandidaatstelling bij het stembureau is ingeleverd, danwel niet door het stembureau is ontvangen binnen de in artikel 22, lid 2 bedoelde termijn;
  2. die niet is ondertekend door het vereiste aantal kiesgerechtigden;
  3. die niet voldoet aan het gestelde in artikel 15, derde lid;
  4. waarop door toepassing van artikel 27 alle kandidaten zijn geschrapt;
  5. waarvan de naam of aanduiding kwetsend of discriminerend is voor derden.

Artikel 29

  1. Het stembureau doet onverwijld zijn besluit over de geldigheid der kandidatenlijsten en over de handhaving der daarop voorkomende kandidaten ter inzage leggen op de inzageplaatsen, bedoeld in artikel 11.
  2. Iedere belanghebbende kan binnen 7 werkdagen na deze ter inzagelegging tegen het bedoelde besluit van het stembureau schriftelijk bezwaar aantekenen bij de ondernemingsraad. Deze stelt het stembureau onmiddellijk na ontvangst van het bezwaarschrift daarvan in kennis.
  3. De ondernemingsraad doet uitspraak binnen zeven (7) dagen na het verlopen van de termijn, genoemd in het tweede lid.
  4. Het stembureau doet een afschrift van het besluit van de ondernemingsraad ter inzage leggen op de finaleplaatsen, zorgt voor de uitvoering daarvan en licht de direct betrokkenen hierover schriftelijk in.

Artikel 30

Onmiddellijk nadat de kandidaatstelling onaantastbaar als bedoeld in artikel 29 is geworden, stelt het stembureau één verzamellijst van alle kandidatenlijsten vast.

Artikel 31

  1. Op de verzamellijst worden de kandidaten van de kandidatenlijsten geplaatst in alfabetische volgorde. De beginletter van de alfabetische volgorde wordt door het lot bepaald.
  2. Het stembureau maakt de verzamellijst onverwijld openbaar. Zij wordt voorts aan de betrokken kandidaten toegezonden.

Hoofdstuk V: het houden van verkiezingen

Artikel 32

  1. Indien blijkt dat er, na toepassing van de artikelen 15 t/m 31, voor de ondernemingsraad minder of evenveel kandidaten zijn gesteld als er te vervullen zetels zijn worden er geen verkiezingen gehouden.
  2. Indien één of meer kandidatenlijsten zijn ingediend waarop in totaal meer kandidaten staan vermeld dan er te vervullen plaatsen zijn, vinden verkiezingen plaats.

 

 

Hoofdstuk VI: stemmen bij volmacht

Artikel 33

  1. De kiesgerechtigde die vermoedelijk niet in staat zal zijn aan de stemming deel te nemen, kan het stembureau mededelen bij volmacht te willen stemmen.
  2. De kiesgerechtigde die bij volmacht wenst te stemmen, kan uiterlijk op een door het stembureau te bepalen dag hiervan mededeling doen.
  3. De mededeling geschiedt door middel van een formulier, waarvan vorm en inrichting door het stembureau worden vastgesteld.

Artikel 34

  1. De kiesgerechtigde die bij volmacht wenst te stemmen, dient een kiesgerechtigde te machtigen.
  2. Bij de mededeling dient een verklaring te worden gevoegd, waaruit blijkt dat de te machtigen kiesgerechtigde bereid is als gemachtigde op te treden.

Artikel 35

Een kiesgerechtigde mag niet meer dan twee aanwijzingen als gemachtigde aannemen.

Artikel 36

  1. Zo spoedig mogelijk na ontvangst van de mededeling wordt door het stembureau beslist of aldus bij volmacht kan worden gestemd.
  2. Het stembureau kan het stemmen bij volmacht slechts weigeren indien de te machtigen persoon niet is opgenomen in het kiezersregister, dan wel niet behoort tot de werknemers, of indien door het inwilligen van het verzoek een kiesgerechtigde méér dan twee aanwijzingen als gemachtigde zou aannemen.

Artikel 37

  1. In geval het stembureau een mededeling tot machtiging moet weigeren op grond van artikel 36, lid 2, doet het hiervan onverwijld schriftelijk mededeling aan de verzoeker.
  2. Verzoeker wordt in de gelegenheid gesteld binnen een door het stembureau te bepalen redelijke termijn een andere kiezer te machtigen.

Artikel 38

  1. Van de beslissing over een machtiging ontvangen de verzoeker en de gemachtigde schriftelijke mededeling.
  2. Van de positieve beslissing over een machtiging wordt aantekening gemaakt in het kiezersregister.
  3. Bij een positieve beslissing worden de stembescheiden verzonden naar het adres van de gemachtigde.

 

Hoofdstuk VII: wijze van stemmen

Artikel 39

Kiesgerechtigd zijn degenen die zijn opgenomen in het vastgestelde kiezers- register bedoeld in artikel 13, lid 1 van dit reglement.

Artikel 40

De stemming geschiedt uitsluitend op de kandidaten, wier namen voorkomen op de ingevolge artikel 30 vastgestelde verzamellijst.

 

Artikel 41

Ten minste tien (10) dagen voor de dag, waarop de retourenveloppen, bedoeld in artikel 43 met het stembiljet door het stembureau ontvangen moeten zijn, zendt het stembureau aan elke kiesgerechtigde de stembescheiden toe.

Artikel 42

  1. Aan de kiesgerechtigde die geen of een onjuist stembiljet heeft ontvangen of wiens stembiljet in het ongerede is geraakt, wordt op zijn aanvraag éénmaal een duplicaatstembiljet uitgereikt, volgens regelen nader door het stembureau vast te stellen.
  2. Een duplicaatstembiljet wordt door het stembureau voorzien van de aanduiding “duplicaat”. Van de uitreiking wordt aantekening gehouden in het kiezersregister.

Artikel 43

Het stembiljet wordt aan de kiesgerechtigde tegelijk met een retourenvelop toegezonden.

Artikel 44

  1. Op het stembiljet is de verzamellijst gedrukt, als bedoeld in de artikelen 30 en 31, met een kolom met stemvakken voor de namen van kandidaten waarop de kiezer een stem kan uitbrengen;
  2. De vorm, de verdere inrichting en de kleur van het stembiljet worden door het stembureau vastgesteld.

Artikel 45

  1. Voor inzending van het stembiljet vult de kiesgerechtigde het stembiljet in door in de kolom een kruis in ten hoogste vijf verschillende stemvakken voor de namen van de door hem verkozen drie verschillende kandidaten te plaatsen.
  2. Voor de inzending van het stembiljet is de kiezer verplicht gebruik te maken van de in artikel 45 bedoelde retourenvelop. De retourenvelop wordt door de kiesgerechtigde werknemer gezonden naar het stembureau.

 

 

Hoofdstuk VIII: vaststelling uitslag

Artikel 46

Ten behoeve van het verlenen van bijstand bij de verwerking van de ontvangen retourenveloppen en de bepaling van de uitslag kunnen aan het stembureau een of meer personen worden toegevoegd.

Artikel 47

  1. De uitslag van de verkiezing wordt vastgesteld in een openbare zitting binnen tien (10) dagen na het beëindigen van het stemmen.
  2. Het stembureau brengt dag, uur en plaats der zitting tenminste een week van tevoren ter openbare kennis.
  3. De stembiljetten kunnen op een door het stembureau nader vast te stellen wijze worden behandeld voor een geautomatiseerde vaststelling van de uitslag.
  4. Indien de uitslag niet op de in het vorige lid beschreven wijze wordt vastgesteld, geschiedt de vaststelling van de uitslag door handbewerking.

Artikel 48

  1. Onmiddellijk nadat de zitting is geopend, gaat het stembureau over tot het openen van de retourenveloppen.
  2. Indien de retourenvelop meer dan één stembiljet bevat, verklaart het stembureau deze stembiljetten ongeldig.

Artikel 49

  1. Zijn op een stembiljet meer dan vijf stemvakken ingevuld, dan wordt dat stembiljet ongeldig verklaard.
  2. Zijn op een stembiljet minder dan vijf stemvakken aangekruist, dan worden de wel aangekruiste stemvakken als geldige stemmen geteld.

 

Artikel 50

  1. Het stembureau stelt t.a.v. de verzamellijst het aantal geldige stemmen, uitgebracht op iedere op de lijst voorkomende kandidaat vast.
  2. Blanco stemmen zijn van generlei waarde en worden niet meegeteld bij de bepaling van de stemcijfers.

Artikel 51

Gekozen zijn de kandidaten die achtereenvolgens het hoogste aantal stemmen op zich hebben verenigd. Indien voor de laatste te bezetten zetel(s) meerdere kandidaten zijn die een gelijk aantal stemmen op zich hebben verenigd, beslist tussen hen het lot.

Artikel 52

  1. Indien zich onregelmatigheden bij de stemming of de uitslagbepaling hebben voorgedaan en het stembureau van mening is, dat deze onregelmatigheden van invloed kunnen zijn op de vaststelling van de uitslag van de verkiezing, kan het stembureau besluiten de stemming ongeldig te verklaren.
  2. Indien het stembureau de stemming ongeldig verklaart, schrijft het zo spoedig mogelijk een nieuwe stemming uit.
  3. Het stembureau doet onverwijld afschrift van het in lid 1 bedoelde besluit ter inzage leggen op de in artikel 11 bedoelde wijze en inzageplaatsen.

Artikel 53

  1. Elke kiesgerechtigde kan gedurende een door het stembureau te bepalen vooraf bekend te maken tijdvak van zeven (7) dagen na de in artikel 56 bedoelde beslissing van het stembureau, bezwaar aantekenen bij de ondernemingsraad.
  2. De ondernemingsraad doet uitspraak binnen zeven (7) dagen na het aflopen van de termijn, bedoeld in het eerste lid.
  3. Het stembureau doet een afschrift van het besluit van de ondernemingsraad ter inzage leggen op de inzageplaatsen bedoeld in artikel11, lid 2, zorgt voor de uitvoering daarvan en licht de direct betrokkenen hierover schriftelijk in.

Artikel 54

  1. Onmiddellijk nadat de uitslag der verkiezing is bepaald, stelt het stembureau het proces-verbaal vast van alle werkzaamheden betreffende de

 

  1. Het proces-verbaal wordt door alle betrokken leden van het stembureau getekend.
  2. Het stembureau brengt de uitslag der verkiezing zo spoedig mogelijk ter openbare kennis.
  3. Afschrift van het proces-verbaal wordt gezonden aan de ondernemingsraad, de ondernemer, de werknemersorganisaties die de kandidatenlijsten hebben ingediend en alle kandidaten.

Artikel 55

  1. Het stembureau deelt schriftelijk aan iedere kandidaat mede of hij al dan niet gekozen is.
  2. De in het eerste lid bedoelde mededeling van het stembureau aan de gekozen kandidaat strekt deze tot geloofsbrief.
  3. Indien de kandidaat niet binnen twee weken na dagtekening van zijn geloofsbrief aan het stembureau mededeling doet, dat hij zijn verkiezing niet aanvaardt, wordt hij geacht zijn verkiezing te aanvaarden.

Artikel 56

  1. Het stembureau doet onverwijld een afschrift van het proces-verbaal van de uitslagbepaling ter inzage leggen op de inzageplaatsen.
  2. Iedere kiesgerechtigde werknemer kan binnen zeven (7) dagen na deze ter inzagelegging tegen de uitslagbepaling van het stembureau schriftelijk bezwaar aantekenen bij de ondernemingsraad. Deze stelt het stembureau onmiddellijk na ontvangst van het ingediende bezwaarschrift daarvan in kennis.
  3. De ondernemingsraad doet uitspraak binnen zeven (7) dagen na het aflopen van de termijn, bedoeld in het tweede lid.
  4. Het stembureau doet een afschrift van het besluit van de ondernemingsraad ter inzage leggen op de inzageplaatsen, zorgt voor de uitvoering daarvan en licht de direct betrokkenen hierover schriftelijk in.

 

Hoofdstuk IX: vervulling vacature

Artikel 57

Het stembureau voorziet in een vacature in de ondernemingsraad door van de verzamellijst gekozen te verklaren de in volgorde van het grootste aantal uitgebrachte geldige stemmen, niet zitting hebbende kandidaat. Hierbij wordt buiten beschouwing gelaten de kandidaat:

  1. wiens vacature wordt vervuld;

 

  1. die de hoedanigheid heeft verloren op grond waarvan hij kandidaat is gesteld;
  2. die niet bereid is op dat moment een eventuele verkiezing te aanvaarden;
  3. die is overleden.

Artikel 58

  1. Indien er geen opvolger als bedoeld in artikel 57 aanwezig is, kan in de vacature worden voorzien, mits daartegen van de zijde van de kiesgerechtigden geen bezwaar bestaat.
  2. In het geval dat het aantal leden van de ondernemingsraad door vacatures minder dan drie is geworden, wordt in alle vacatures voorzien door het houden van tussentijdse verkiezing, tenzij binnen vier maanden een algemene verkiezing plaatsvindt.

Artikel 59

  1. Het stembureau doet onverwijld een afschrift van het proces-verbaal van de vacaturevervulling ter inzage leggen op de inzageplaatsen.
  2. Iedere kiesgerechtigde kan binnen zeven (7) dagen na deze ter inzagelegging tegen de vacaturevervulling door het stembureau schriftelijk bezwaar aantekenen bij de ondernemingsraad. Deze stelt het stembureau onmiddellijk na ontvangst van het ingestelde bezwaarschrift daarvan in kennis.
  3. De ondernemingsraad doet uitspraak binnen zeven (7) dagen na het verlopen van de termijn, bedoeld in het tweede lid.
  4. Het stembureau doet een afschrift van het besluit van de ondernemingsraad ter inzage leggen op de inzageplaatsen, zorgt voor de uitvoering daarvan en licht de direct betrokkenen hierover schriftelijk in.

 

 

Hoofdstuk x slotbepaling

Artikel 60

  1. In gevallen waarin dit kiesreglement niet, of niet duidelijk voorziet, beslist het stembureau.
  2. Verslag van een geval als bedoeld in het vorige lid en van de beslissing daarover zendt het stembureau aan de ondernemingsraad.
  3. Bij inwerkingtreding van dit reglement vervalt het in de considerans genoemde voorlopig kiesreglement.
  4. Dit kiesreglement wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang van 1 januari 1999.

 

Aldus vastgesteld door de ondernemingsraad in zijn vergadering van 31 maart 1999.

Bijlage 1

WET van 25 juli 1964, Stb. 314, houdende berekening van termijnen in verband met de zaterdag, de zondag en algemeen erkende feestdagen (Algemene termijnenwet). 2,3 De algemene termijnenwet is gewijzigd bij de Wet van 17 februari 1982, Stb. 70.

Wij JULIANA, enz.

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te stellen inzake berekening van termijnen in verband met de zaterdag, de zondag en algemeen erkende feestdagen;

Zo is het, enz.

Artikel 1

  1. In een wet gestelde termijn die op zaterdag, zondag of algemene erkende feestdagen eindigt, wordt verlengd met een eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.
  2. Het vorige lid geldt niet voor termijnen, bepaald door terugrekening vanaf een tijdstip of een gebeurtenis.

Artikel 2

Een in een wet gestelde tijd van tenminste drie dagen wordt, zo nodig, zoveel verlengd, dat daarin tenminste twee dagen voorkomen die niet een zaterdag, zondag of algemene erkende feestdag zijn.

Artikel 3

  1. Algemeen erkende feestdagen in de zin van deze wet zijn: Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen en de Hemelvaartsdag, de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd en de vijfde mei.
  2. Voor de toepassing van deze wet wordt de Goede Vrijdag met de in het vorige lid genoemde dagen gelijkgesteld.
  3. Wij kunnen bepaalde dagen voor de toepassing van deze wet met de in het eerste lid genoemde gelijkstellen. Ons besluit wordt in de Nederlandse Staatscourant openbaar gemaakt.

Artikel 4

Deze wet geldt niet voor termijnen:

  1. omschreven in uren, in meer dan 90 dagen, in meer dan twaalf weken, in meer dan drie maanden, of in een of meer jaren;
  2. betreffende de bekendmaking, inwerkingtreding of buitenwerkintreding van wettelijke voorschriften;
  3. van vrijheidsbeneming.

Artikel 5

Op in een algemene maatregel van bestuur gestelde termijnen zijn de artikelen 1-4 van overeenkomstige toepassing, tenzij bij algemene maatregel van bestuur iets anders is bepaald.

Artikel 6

Deze wet kan worden aangehaald als: Algemene termijnwet.

Artikel 7

  1. Deze wet treedt in werking met ingang van 1 april
  2. Zij kan voor termijnen, gesteld in door Ons, door plaatsing op een daartoe door Ons aangehouden lijst, aangewezen wetten en algemene maatregelen van bestuur, op de door Ons te bepalen eerder tijdstippen in werking

N.B.: De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op rijkswetten.